Zo’n vier weken na de start van “Corona-time” en zogenaamde intelligente lock-down vraag ik me af hoe het nu met veel mensen gaat.
Uiteraard lees ik daar vanalles over en herken ik er veel in. En toch mis ik ook iets. Ik heb het idee dat er globaal gezien twee uitersten zijn, zoals eigenlijk in het hele leven: Vertrouwen en Angst. En dat mensen óf in het ene, óf in het andere kamp zitten. Mij lukt dat niet. Ik blijf maar heen en weer slingeren.
Normaal gesproken is mijn boodschap: kies voor Vertrouwen, wat er ook gebeurt en laat je niet teveel afleiden door gedachten en scenario’s die zich waarschijnlijk nooit gaan voordoen. Controle bestaat niet, dus waarom zou je je kostbare energie verspillen aan het proberen te verkrijgen ervan.
En ik snap het grote plaatje wel, dat dit gaat over écht gedrag veranderen ten behoeve van het behoud van de aarde. Gretha Thunberg kan zich nog 10 jaar opwinden en CO2-neutraal over de wereld zeilen en ik zou haar bewonderen om haar geestdrift, maar ik ging er geen vliegtripje minder om maken.
Ik snap ook dat het gaat om bewust worden van de dingen die belangrijk zijn, over vertragen. Over het besef hoe zeer we van elkaar afhankelijk zijn. Want hoe vaak zouden de boeren, de leraren en de verpleegsters nog op het Malieveld hebben moeten staan om de waardering te krijgen die ze nu krijgen?
Ik wil zelfs nog meegaan in de gedachte dat met het aanbreken van een nieuwe tijd, waarin vrouwelijke energie (die van de 2: 2020) oude machtsstructuren omver gaat gooien, er geen plaats meer is voor mensen/zielen die niet mee kunnen in die hogere trilling. Maar hoe leg je dat uit aan die mensen die nu op de IC op hun buik liggen. Die alleen sterven. Wie het weet mag het zeggen.
Het is prachtig, al die boodschappen van vertrouwen en hoop. Van stil-maar-wacht-maar-alles-wordt-nieuw. Echt. Ik voel het ook. De zucht van verlichting van de aarde. De ruimte die de komende weken zonder verplichtingen biedt. Maar het laat zich op momenten maar moeilijk vertalen in mijn dagelijkse ding. Regelmatig zit er nog een knoop in mijn maag die het signaal uitzendt: er-is-echt-iets-heel-erg-mis.
Terwijl ik het goed beschouwd behoorlijk comfortabel heb. Ik zit niet in de zorg of de horeca en ik heb kinderen die zichzelf kunnen voeden (nouja het is meer vullen), aankleden en dol zijn op beeldschermen.
Ik begrijp ook dat om tot een doorbraak te komen er eerst afbraak moet zijn. Je kunt niks nieuws bouwen op een halve ruïne. Maar hoe komen we die niksige-tijd dan door? Wat gaan we dan met z’n allen doen? Ik krijg er gewoon geen beeld bij.
Dus wat blijft er over. Het Hier en het Nu. De dingen waar ik invloed op heb. Het observeren van die knoop in m’n buik bijvoorbeeld. Wanneer wordt het erger en wanneer is hij (of zij) even weg. Wie weet kom ik op die manier steeds dichter bij mezelf. En bij wat mijn bijdrage zou moeten zijn. Bij vol vertrouwen. Ik wens iedereen in deze tijd nieuwe inzichten toe die blijvende, positieve veranderingen inluiden. Het lijkt de Paasboodchap itself wel. 😉