De 5 grootste misverstanden over Herstelcoaching
1. Herstelcoaching is soft, omdat het niet op resultaat is gericht;
Op de één of andere manier heeft Herstelcoaching een ‘soft’ imago. Iemand die ik sprak deed het af als het faciliteren van boomknuffelstages door verzekeraars. Diegene vond daar overduidelijk iets van.
De herstelcoach heeft geen oordeel over een eventuele boomknuffelstage als de betrokkene het gevoel heeft dat dit hem of haar helpt de regie over zijn of haar leven weer terug te krijgen. De herstelcoach stelt vragen over welk resultaat betrokkene denkt te behalen. En áls de herstelcoach voldoende overtuigd is van het nut en de noodzaak van de activiteit – wat die ook is -, dan zal hij of zij dit zo SMART mogelijk in het plan van aanpak opnemen.
Hierbij wordt van de betrokkene om een expliciete inspanningsverplichting gevraagd, waarbij tussentijds wordt gemonitord of de activiteit aan de verwachtingen voldoet. Ook als dit niet het geval blijkt kunnen er redenen zijn de activiteit te vervolgen. In het geval betrokkene verzaakt de gekozen activiteit te volgen of erover te rapporteren wordt deze tussentijds stopgezet.
Herstelcoaching is wel vrijwillig, maar dus zeker niet vrijblijvend en daarom ook niet geschikt voor elke betrokkene. Een betrokkene moet bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen voor de gekozen oplossing en dat is allesbehalve soft. Dat vraagt moed, doorzettingsvermogen en wilskracht.
2. Als je alles geprobeerd hebt, schakel je een herstelcoach in;
Herstelcoaching wordt ook wel als laatste station gezien. Als de betrokkene inmiddels zijn naam niet meer kan spellen.
Hoe dit ontstaan is kan ik alleen maar naar raden. Misschien heeft het ermee te maken dat bij herstelcoaching alle regie wordt losgelaten. Betrokkene bepaalt wat hem gaat helpen en niemand anders. Zonder kaders, zonder richting. En dat dat iets is wat professionals die het dossier beheren niet per sé het makkelijkst af gaat. Wat begrijpelijk is, want ieder niet-afgewikkeld dossier kost geld en dus is grip op het verloop en enige vorm van voorspelbaarheid natuurlijk prettig.
De herstelcoach voelt zich hierbij niet zelden als een doelman die een penalty moet houden.
Hoe zou het zijn als in een eerder stadium – wanneer betrokkene aangeeft vast te lopen op emotioneel en/of maatschappelijk vlak – een herstelcoach wordt ingeschakeld. Zodat kan worden voorkomen dat iemand door de bomen het bos niet meer ziet.
En last but not least wordt in dit ‘laatste-redmiddel’-scenario geen rekening gehouden met de gedragsregel uit het recht dat herstel voor de schade komt. De insteek lijkt te zijn: herstelcoaching kan geen schade meer maken en als het schade beperkt is het meegenomen. Wat vanuit menselijk oogpunt, maar ook juridisch gezien de verkeerde volgorde is.
3. Arbeidsdeskundigen zijn herstelgerichte dienstverleners en dus ook herstelcoach;
In het letselschade-veld is empathisch luisteren en mensen zo snel mogelijk weer willen terugbrengen in hun ‘oude’ staat een zogenaamde hygiëne-factor en dus onderscheidt zich any professional in dat opzicht niet van de herstelcoach. Er is wel een belangrijk verschil. Een arbeidsdeskundige en/of expert heeft de opdracht resultaat te halen, te weten afwikkeling van een dossier. Zij komen dus als deskundigen die oplossingen aandragen. De herstelcoach gaat ervan uit dat betrokkene met een oplossing komt en is een hulppersoon, zonder agenda, regie of oordeel.
Daarbij is re-integratie met name gericht op het terugkeren in het werk. Wat uiteraard positief bijdraagt aan het algehele gevoel van welbevinden. Herstelcoaching heeft een breder maatschappelijk kader.
4. Herstelcoaching is een doekje voor het bloeden. De verzekeraar probeert hiermee onder zijn financiële verplichtingen uit te komen;
Er zijn mensen in het letselschade veld die denken dat een verzekeraar herstelcoaching (lees: boomknuffelstages) inzet om betrokkenen af te leiden van datgene waar ze recht op hebben in financiële zin.
Het één staat echter los van het ander. Als de financiële situatie van voor het ongeval makkelijk naast de situatie van daarna is te leggen, is berekenen van de schade een eenvoudige rekensom. Dit is (en blijft) de basis van schadevergoeding na aangedaan persoonlijk leed.
Sommige schade is echter niet uit te drukken in geld. Wat als een betrokkene zegt:”Ik kan niet meer de ouder zijn die ik was voor het ongeval.” Wat is dan de nulmeting? Hoe waarderen we dat? En lost smartengeld dat dan op? Hoeveel zou dat dan moeten zijn?
En stel dat bij betrokkene het Calimero-effect speelt: het gevoel niet gehoord te worden, niet op te kunnen tegen de Grote Boze Verzekeraar. Wat doet dit met de bereidheid constructief mee te werken aan een afwikkeling of zelfs aan herstel. In hoeverre worden oneigenlijke argumenten ‘vertaald’ in de claim?
In dergelijke situaties kan herstelcoaching een belangrijk aanvullend hulpmiddel zijn, los van welke financiële vergoeding ook.
5. Herstelcoaching is alleen voor niet-objectiveerbaar letsel (Whiplash);
Herstelcoaching is ontstaan vanuit de praktijk waarin betrokkenen aangaven aanhoudende klachten te ervaren na achterop aanrijdingen die door medici niet kon worden vastgesteld. Hierdoor konden dossiers niet worden afgewikkeld en verzandden verzekeraars en betrokkenen in eindeloze juridische procedures, waar vooral advocaten de vruchten van plukten. Verzekeraars én betrokkenen voelden zich geen recht gedaan en de behoefte ontstond aan pragmatische oplossingen, zoals herstelcoaching. Daar komt naar mijn idee dit misverstand vandaan. Want herstelcoaching richt zich op het weer zelfredzaam worden en het leven weer waardevol vinden. Het maakt daarin niet uit of het letsel al dan niet objectiveerbaar is.